Buikgriep en diarree door kindercrèche

Kinderen die veelvuldig naar een kindercrèche of kinderdagverblijf worden gebracht, lopen circa 40 procent meer kans op buikgriep en diarree. Buikgriep wordt veroorzaakt door het norovirus. Dit is een zeer besmettelijk virus dat leidt tot buikgriep. Buikgriep is weer te herkennen aan symptomen als maagkrampen, misselijkheid en diarree. Buikgriep en diarree gaat overigens procentueel vaker gepaard dan de andere symptomen afzonderlijk. Kinderen die naar een kindercrèche gaan lopen dus meer kans op buikgriep en diarree. Maar waarom?

Het feit is aan het licht gekomen na een onderzoek van het RIVM. Het RIVM, ofwel Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu werkte bij het onderzoek samen met het onderzoeksinstituut Nivel. Nivel staat voor Nederlands instituut onderzoek van de gezondheidszorg.

Meer in het ziekenhuis

Uit het onderzoek van het RIVM en Nivel is ook aan het licht gekomen dat kinderen die naar een kinderdagverblijf, ofwel kindercrèche gaan vaker in het ziekenhuid terechtkomen. Kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan, komen meer dan gemiddeld in het ziekenhuis terecht. Dit is opmerkelijk, aangezien de kinderdagverblijven aan veel eisen moeten voldoen. Toch blijkt dit het geval volgens het betrouwbare onderzoek. In het onderzoek is niet vermeld of dit te maken heeft met de kans op buikgriep en diarree.

Vaker buikgriep en diarree

Veel mensen dachten al dat de kans voor kinderen die naar een kinderdagverblijf hoger was voor het krijgen van buikgriep en diarree. Echter is dit nauwelijks tot niet onderzocht door diverse onderzoeksinstituten. Dat blijkt in ieder geval uit dit onderzoek. Buikgriep en diarree verhogen de kans op uitdroging. Dat is zeer gevaarlijk, maar komt toch meer dan gemiddeld voor bij kinderen die naar een kinderdagverblijf gaan. Dit alles werd door meneer Donker, een onderzoek van het Nivel, verteld.

Huisdieren en zandbak

De kans op buikgriep en diarree neemt nog meer, indien een verblijf huisdieren of een zandbak heeft. Ook een zwembad blijkt de kans op buikgriep en diarree te verhogen. Indien klassenleidsters nauwelijks afwisselen tussen de groepen is de kans aanzienlijk kleiner. Ook wanneer kinderen thuis moeten blijven in geval van ziekte, zoals een buikgriep, blijkt de kans aanzienlijk te verkleinen. Opmerkelijk genoeg speelt het naleven van de hygiëne nauwelijks een rol.

Kinderen die buikgriep en diarree klachten hebben kunnen snel en eenvoudig het virus verspreiden. Hierdoor kunnen in korte tijd veel kinderen besmet raken met het norovirus of andere griepvirussen. Het grootste probleem is de diagnose. Veel kinderen die een drager van het norovirus zijn hebben geen klachten. Toch kunnen zij andere kinderen aansteken, ofwel besmetten.